Dutch:
Anton van Wilderode (1918-1998), geboren als Cyriel Paul Coupé, was een Vlaamse priester, dichter, prozaschrijver, leraar klassieke talen aan een kleinseminarie en vertaler van onder andere Vergilius. Hij heeft een omvangrijk en gewaardeerd oeuvre op zijn naam. Naast zijn geboortenaam gebruikte hij ook de pseudoniemen Maurits Wille, Jan van Moerbeke en Jan van Tuyl. Hij koos voor de naam Anton van Wilderode om zijn religieuze roeping te scheiden van zijn dichterlijke roeping en omdat zijn eigen naam Coupé te Frans klonk.
Van Wilderode was een overtuigd Vlaming, een eigenschap die doet denken aan Guido Gezelle. De symbiose van literatuur, katholicisme en Vlaams engagement heeft in de Vlaamse letterkunde een lange traditie, met namen als Wies Moens, Marnix Gijsen en P.G. Buckinx. Van Wilderode’s bijdrage aan deze traditie beperkt zich niet alleen tot medewerking aan Vlaams georiënteerde katholieke tijdschriften zoals Dietsche Warande & Belfort, Roeping, Nieuwe Stemmen en Vlaanderen, maar hij werkte ook actief mee aan Vlaams-nationalistische manifestaties.
Zijn werk als vertaler van klassieke teksten, met name Vergilius’ Aeneis, Bucolica en Georgica, en Horatius, heeft zijn levenslange belangstelling gehad. Van Wilderode’s poëzie en proza zijn doordrongen van zijn diepe religieuze en culturele overtuigingen, wat hem een unieke plaats geeft in de Vlaamse literatuur.
De overoever is een poëziebundel van Anton van Wilderode, voor het eerst gepubliceerd in 1983 door Stichting Mercator-Plantijn in Antwerpen en gedrukt door Sanderus in Oudenaarde. Deze tweede editie bevat 68 pagina’s en heeft een formaat van 17 cm x 24 cm. Het boek is in uitstekende staat en is uitgevoerd in een softcover met perfecte binding.
English:
Anton van Wilderode (1918-1998), born Cyriel Paul Coupé, was a Flemish priest, poet, prose writer, teacher of classical languages at a seminary, and translator of, among others, Virgil. He has a substantial and esteemed body of work to his name. Besides his birth name, he also used the pseudonyms Maurits Wille, Jan van Moerbeke, and Jan van Tuyl. He chose the name Anton van Wilderode to separate his religious vocation from his poetic calling and because he found his own name, Coupé, too French-sounding.
Van Wilderode was a convinced Fleming, a trait reminiscent of Guido Gezelle. The symbiosis of literature, Catholicism, and Flemish engagement has a long tradition in Flemish literature, with figures like Wies Moens, Marnix Gijsen, and P.G. Buckinx. Van Wilderode’s contribution to this tradition is not limited to his collaboration with Flemish-oriented Catholic magazines such as Dietsche Warande & Belfort, Roeping, Nieuwe Stemmen, and Vlaanderen, but he also actively participated in Flemish nationalist events.
His work as a translator of classical texts, especially Virgil’s Aeneid, Bucolics, and Georgics, and Horace, was a lifelong interest. Van Wilderode’s poetry and prose are imbued with his deep religious and cultural convictions, giving him a unique place in Flemish literature.
De overoever is a poetry collection by Anton van Wilderode, first published in 1983 by Stichting Mercator-Plantijn in Antwerp and printed by Sanderus in Oudenaarde. This second edition contains 68 pages and has dimensions of 17 cm x 24 cm. The book is in excellent condition and is presented in a softcover with perfect binding.