Nederlands:
André Demedts (1906-1992) was een Vlaamse schrijver, dichter en cultuurpromotor. Gedurende zijn leven was hij een prominente figuur in de Vlaamse culturele wereld. Demedts schreef een aanzienlijk aantal gedichten en romans, waaronder de romantetralogie De eer van ons volk en de repressieroman De levenden en de doden. Bekende gedichten van zijn hand zijn onder andere Gelegenheidsvers (met het prachtige openingsvers ‘k Heb Lieze weergezien, ze stond stil in de regen), Lof van mijn land en Vlaanderen.
Na 17 jaar boeren op de ouderlijke hoeve De Elsbos, werd Demedts in 1937 selfmade leraar Nederlands in het Heilig-Hartcollege in Waregem. In 1949 werd hij directeur van BRT West-Vlaanderen (Radio Kortrijk). Demedts zette zich in voor de culturele integratie van Vlamingen, Nederlanders, Frans-Vlamingen en Zuid-Afrikanen. Hij stond aan de basis van de hele naoorlogse actie in en voor Frans-Vlaanderen. Zo richtte hij onder meer het Komitee voor Frans-Vlaanderen op en stond hij aan de wieg van initiatieven zoals Ons Erfdeel, Kunsttijdschrift Vlaanderen en Festival van Vlaanderen. Hij werkte ook mee aan het Zuid-Afrikaanse Tydskrif vir Letterkunde, Dietsche Warande & Belfort en De Standaard der Letteren. Als literair recensent lanceerde hij vele jonge schrijvers met zijn positieve besprekingen.
De Vlaamsche Poëzie Sinds 1918 – Ie deel: studie / IIe deel: bloemlezing is een uitgebreid werk dat een diepgaand inzicht biedt in de Vlaamse poëzie na de Eerste Wereldoorlog. Het boek bestaat uit twee delen, waarbij het eerste deel een gedetailleerde studie bevat en het tweede deel een bloemlezing van gedichten biedt. In het eerste deel analyseert Demedts de ontwikkelingen en trends in de Vlaamse poëzie, waarbij hij de invloed van historische, sociale en culturele gebeurtenissen onderzoekt en de werken van prominente dichters bespreekt.
Het tweede deel, de bloemlezing, biedt een representatieve selectie van Vlaamse gedichten die de evolutie van de Vlaamse poëzie sinds 1918 illustreren. Deze bloemlezing is zorgvuldig samengesteld om een breed scala aan stijlen en thema’s te laten zien, waardoor lezers een uitgebreid overzicht krijgen van de Vlaamse poëzie in de 20e eeuw.
English:
André Demedts (1906-1992) was a Flemish writer, poet, and cultural promoter. Throughout his life, he was a prominent figure in the Flemish cultural world. Demedts wrote a significant number of poems and novels, including the romance tetralogy De eer van ons volk and the repression novel De levenden en de doden. Some of his well-known poems include Gelegenheidsvers (with the beautiful opening line ‘k Heb Lieze weergezien, ze stond stil in de regen), Lof van mijn land and Vlaanderen.
After 17 years of farming on the family farm De Elsbos, Demedts became a self-taught Dutch teacher in the Heilig-Hartcollege in Waregem in 1937. In 1949, he became the director of BRT West-Vlaanderen (Radio Kortrijk). Demedts advocated for the cultural integration of Flemings, Dutch, French-Flemings, and South Africans. He was instrumental in the entire post-war movement for and in French Flanders. He founded the Komitee voor Frans-Vlaanderen and was at the forefront of initiatives such as Ons Erfdeel, Kunsttijdschrift Vlaanderen, and Festival van Vlaanderen. He also contributed to the South African Tydskrif vir Letterkunde, Dietsche Warande & Belfort, and De Standaard der Letteren. As a literary critic, he launched many young writers with his positive reviews.
De Vlaamsche Poëzie Sinds 1918 – Ie deel: studie / IIe deel: bloemlezing (Flemish Poetry Since 1918 – Part I: Study / Part II: Anthology) is an extensive work that offers an in-depth insight into Flemish poetry after World War I. The book consists of two parts, with the first part containing a detailed study and the second part an anthology of poems. In the first part, Demedts analyzes the developments and trends in Flemish poetry, examining the influence of historical, social, and cultural events and discussing the works of prominent poets.
The second part, the anthology, provides a representative selection of Flemish poems that illustrate the evolution of Flemish poetry since 1918. This anthology is carefully curated to showcase a wide range of styles and themes, giving readers a comprehensive overview of Flemish poetry in the 20th century.