De dans der kristallen
Buckinx, Pieter G.

Buckinx, Pieter G.. De dans der kristallen. Mechelen: De bladen voor de poëzie, 1939. 44 pages. Volumes: 1 volume. Series: De bladen voor de poëzie. Second Edition. 16,7 cm. x 25,2 cm.
Condition: Fine. Softcover. Signatures: With signature and dedication by the author.

SUMMARY:
De Bladen voor de Poëzie was een literair tijdschrift voor gedichten, uitgegeven van 1937 tot 1995. De Vlaamse dichter René Verbeeck was uitgever van de eerste reeks, waarin van 1937 tot 1944 een zeventigtal titels verschenen van dichters uit die tijd. Het tijdschrift kwam tijdens de 2de wereldoorlog in de problemen door papiergebrek, kwam in 1943 in handen van de collaborerende uitgeverij Steenlandt (Brussel), en verdween daarmee uiteindelijk. In 1953 werd het tijdschrift opnieuw opgestart door Herman Van Fraechem, directeur van het Lierse Ursulinenklooster, en René Verbeeck werd lid van het leescomité.

Pieter Geert Buckinx (Kortessem, 6 februari 1903 – Jette, 21 januari 1987) was een Vlaams dichter en schrijver. Hij schreef ook onder pseudoniem Piet de Beuk.
Buckinx begon in de literatuur via het toneel. In 1923 werd hij spelend lid in de toneelgroep Gudrun. Hij schreef verschillende toneelstukken, een paar onder pseudoniem. Hij schreef toneelkronieken in Averbodes Weekblad, De Kunstgids en in Toneelgids. Na de Tweede Wereldoorlog recenseerde hij het toneelleven voor de Belgische nationale radio-omroep. Hij doceerde ook toneelletterkunde aan het instituut voor journalisten te Brussel.
In 1922 werden zijn eerste gedichten gepubliceerd in de krant De Schelde, die geleid werd door Paul De Mont. Weldra richtte hij zich voornamelijk op het schrijven van poëzie. Samen met onder meer René Verbeeck en André Demedts werd hij gerekend tot de postexpressionisten. Hij gaf aan de invloed te hebben ondergaan van Wies Moens, Marnix Gijsen en Walt Whitman. Hij had ontmoetingen met Paul van Ostaijen en André Demedts.
Buckinx verzette zich tegen de kunst als vertolker van politieke, sociale of esthetische opvattingen. In 1930 schreef hij: “Poëzie moet niets dan poëzie zijn, klaar als de klare diepte van het meer en toch zo ondoorgrondelijk duister als de diepe bodem van het meer.”
Dichten was voor P.G. Buckinx het resultaat van een diepe existentiële bekommernis, waarbij hij zich bewoog tussen verbondenheid met de aarde en onthechting ervan. Hij koos voor een strenge versbouw, met een klassieke prosodie, maar met een modernistische beeldspraak.
In 1930 richtte hij samen met Jan Vercammen, René Verbeeck en André Demedts het tijdschrift De Tijdstroom op (1930-1934). Hij richtte vervolgens met René Verbeeck en Paul De Vree het tijdschrift Vormen op (1936-1940). André Demedts en René Felix Lissens voegden zich weldra bij de redactieploeg. In 1939 werd hij redactielid van Dietsche Warande en Belfort.
René Verbeeck schreef over de poëzie van Buckinx: “Toen ontstonden de gedichten waaruit alle godsdienstige en politieke inslag geweerd was, en die geen zichtbaar verband meer toonden met de feiten van het dagelijks leven. De levenservaringen werden in zijn poëzie ontdaan van alle anecdotiek en localisatie; hij tracht alleen nog de reagerende huivering van de ziel in de melodie en het ritme van de woorden op te vangen.” En over zijn poëzie van na 1960 schreef hij: “Het innerlijke dualisme is overbrugd, de onthechting heeft tot berusting geleid. Het kille bergland en het bloedwarme dal zijn geen antipoden meer, maar vullen elkaar aan en ontmoeten elkaar in de zachte ‘bergwei’.”.

25,00

In stock

General

Full TitleDe dans der kristallen
SeriesDe bladen voor de poëzie
LanguageDutch
Original LanguageDutch

Creators

AuthorsBuckinx, Pieter G.

Imprint

PublisherDe bladen voor de poëzie
Publishing PlaceMechelen
Release Year1939

Description

H x L x W16.7 x 0 x 25.2 cm
Pages44
Volumes1 volume
Cover FormatSoftcover
ConditionFine

Editorial

EditionSecond Edition

Info

SignaturesWith signature and dedication by the author
SummaryDe Bladen voor de Poëzie was een literair tijdschrift voor gedichten, uitgegeven van 1937 tot 1995. De Vlaamse dichter René Verbeeck was uitgever van de eerste reeks, waarin van 1937 tot 1944 een zeventigtal titels verschenen van dichters uit die tijd. Het tijdschrift kwam tijdens de 2de wereldoorlog in de problemen door papiergebrek, kwam in 1943 in handen van de collaborerende uitgeverij Steenlandt (Brussel), en verdween daarmee uiteindelijk. In 1953 werd het tijdschrift opnieuw opgestart door Herman Van Fraechem, directeur van het Lierse Ursulinenklooster, en René Verbeeck werd lid van het leescomité. Pieter Geert Buckinx (Kortessem, 6 februari 1903 - Jette, 21 januari 1987) was een Vlaams dichter en schrijver. Hij schreef ook onder pseudoniem Piet de Beuk. Buckinx begon in de literatuur via het toneel. In 1923 werd hij spelend lid in de toneelgroep Gudrun. Hij schreef verschillende toneelstukken, een paar onder pseudoniem. Hij schreef toneelkronieken in Averbodes Weekblad, De Kunstgids en in Toneelgids. Na de Tweede Wereldoorlog recenseerde hij het toneelleven voor de Belgische nationale radio-omroep. Hij doceerde ook toneelletterkunde aan het instituut voor journalisten te Brussel. In 1922 werden zijn eerste gedichten gepubliceerd in de krant De Schelde, die geleid werd door Paul De Mont. Weldra richtte hij zich voornamelijk op het schrijven van poëzie. Samen met onder meer René Verbeeck en André Demedts werd hij gerekend tot de postexpressionisten. Hij gaf aan de invloed te hebben ondergaan van Wies Moens, Marnix Gijsen en Walt Whitman. Hij had ontmoetingen met Paul van Ostaijen en André Demedts. Buckinx verzette zich tegen de kunst als vertolker van politieke, sociale of esthetische opvattingen. In 1930 schreef hij: "Poëzie moet niets dan poëzie zijn, klaar als de klare diepte van het meer en toch zo ondoorgrondelijk duister als de diepe bodem van het meer." Dichten was voor P.G. Buckinx het resultaat van een diepe existentiële bekommernis, waarbij hij zich bewoog tussen verbondenheid met de aarde en onthechting ervan. Hij koos voor een strenge versbouw, met een klassieke prosodie, maar met een modernistische beeldspraak. In 1930 richtte hij samen met Jan Vercammen, René Verbeeck en André Demedts het tijdschrift De Tijdstroom op (1930-1934). Hij richtte vervolgens met René Verbeeck en Paul De Vree het tijdschrift Vormen op (1936-1940). André Demedts en René Felix Lissens voegden zich weldra bij de redactieploeg. In 1939 werd hij redactielid van Dietsche Warande en Belfort. René Verbeeck schreef over de poëzie van Buckinx: "Toen ontstonden de gedichten waaruit alle godsdienstige en politieke inslag geweerd was, en die geen zichtbaar verband meer toonden met de feiten van het dagelijks leven. De levenservaringen werden in zijn poëzie ontdaan van alle anecdotiek en localisatie; hij tracht alleen nog de reagerende huivering van de ziel in de melodie en het ritme van de woorden op te vangen." En over zijn poëzie van na 1960 schreef hij: "Het innerlijke dualisme is overbrugd, de onthechting heeft tot berusting geleid. Het kille bergland en het bloedwarme dal zijn geen antipoden meer, maar vullen elkaar aan en ontmoeten elkaar in de zachte 'bergwei'."

Identifiers

SKUSKU-0233