General
Full Title | Schaduw |
---|---|
Sub-title | Gedichten |
Language | Dutch |
Original Language | Dutch |
Nahon, Alice. Schaduw. Gedichten. Antwerpen / Leiden: De Nederlandsche Boekhandel / A. W. Sythoff, 1932. 44 pages. Volumes: 1 of 1 volume. Fifth Edition. 8e en 9e duizendtal. 15,5 cm. x 21,5 cm..
Condition: Fine. Softcover. Sewn Softcover.
SUMMARY:
Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 – aldaar, 21 mei 1933) was een Antwerpse dichteres. In Vlaanderen is Nahon wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III:
“‘t is goed in ‘t eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan,
of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan, …”
Haar vader was Nederlander en haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van Putte bij Mechelen. Zij was derde in een gezin van elf kinderen. Tijdens haar kinderjaren ging ze naar het Sint-Martinuscollege te Overijse in Vlaams-Brabant. Later werd zelfs het ene schoolgebouw naar haar vernoemd. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Zij leed aan chronische bronchitis en depressiviteit en bracht meerdere jaren door in diverse sanatoria, waaronder Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: Vondelingskens (1920) en Op zachte vooizekens (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen. Met de bundel Schaduw (1928) wilde ze zich afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen. Met hem werkte ze eerder samen op de redactie van De Schelde, een Vlaams-nationalistisch dagblad. In haar laatste levensjaar woonde ze in de Carnotstraat in Antwerpen; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, Sylvia Newton, daar ingeschreven was. De dichtbundel Maart-April verscheen postuum (1936). In de jaren twintig had ze korte tijd een relatie met de Belgische journalist en publicist Paul Pée..
€7,50
In stock
Full Title | Schaduw |
---|---|
Sub-title | Gedichten |
Language | Dutch |
Original Language | Dutch |
Authors | Nahon, Alice |
---|
Publisher | De Nederlandsche Boekhandel / A. W. Sythoff |
---|---|
Publishing Place | Antwerpen / Leiden |
Release Year | 1932 |
H x L x W | 15.5 x 0 x 21.5 cm |
---|---|
Pages | 44 |
Volumes | 1 of 1 volume |
Cover Format | Softcover |
Binding | Sewn Softcover |
Condition | Fine |
Edition | Fifth Edition |
---|---|
Issue and State | 8e en 9e duizendtal |
Summary | Alice Nahon (Antwerpen, 16 augustus 1896 - aldaar, 21 mei 1933) was een Antwerpse dichteres. In Vlaanderen is Nahon wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III: "'t is goed in 't eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan, of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan, ..." Haar vader was Nederlander en haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van Putte bij Mechelen. Zij was derde in een gezin van elf kinderen. Tijdens haar kinderjaren ging ze naar het Sint-Martinuscollege te Overijse in Vlaams-Brabant. Later werd zelfs het ene schoolgebouw naar haar vernoemd. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Zij leed aan chronische bronchitis en depressiviteit en bracht meerdere jaren door in diverse sanatoria, waaronder Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: Vondelingskens (1920) en Op zachte vooizekens (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen. Met de bundel Schaduw (1928) wilde ze zich afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen. Met hem werkte ze eerder samen op de redactie van De Schelde, een Vlaams-nationalistisch dagblad. In haar laatste levensjaar woonde ze in de Carnotstraat in Antwerpen; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, Sylvia Newton, daar ingeschreven was. De dichtbundel Maart-April verscheen postuum (1936). In de jaren twintig had ze korte tijd een relatie met de Belgische journalist en publicist Paul Pée. |
---|
SKU | SKU-0946 |
---|