Vive le geus!

[?]. [Edited by Beversluis, Martien]. Vive le geus!. Een bloemlezing geuzenliederen, samengesteld en ingeleid door Martien Beversluis. Baarn: Bosch & Keuning, [1938]. 32 pages. Volumes: 1 volume. Series: Libellen-serie. First Edition. Libellen-serie Nr. 300. 17 cm. x 19 cm.
Condition: Fine. Softcover. Sewn Softcover.

SUMMARY:
OVER DE LIBELLEN-SERIE:
Van 1934 tot begin 1940 gaf de uitgeverij Bosch & Keuning een serie boekjes uit in de Libellen-serie. De prijs van de boekjes was 45 cent voor één nummer, voor 4 nummers daalde de prijs naar 40 cent per stuk en bij de koop van 8 of meer nummers werd de prijs verlaagd tot 35 cent per stuk. Voor dubbele nummers golden dubbele prijzen. In juni 1934 verschenen zo’n 16 nummers en waren 21 nummers in voorbereiding. In snel tempo verschenen nieuwe nummers. Een groot succes wordt nummer 26 over de spelling-Marchant, in één maand tijds werden er meer dan tienduizend van verkocht en het boekje is daarna 19 keer herdrukt.
De omslagen van de boekjes zijn vaak zeer fraai uitgevoerd. Het omslag veranderde soms per druk. Minstens 120 van de 386 uitgegeven Libellen werden illustratief verzorgd door de illustrator Karel Hoekendijk die ook het libellen-motto op het omslag tekende, uitgezonderd bij de eerste drukken van 26 nummers, met het motto van de hand van Johan Briedé, getekend MB, op het omslag. Ook de illustrator Piet Marée verzorgde een zestal Libellen. Op de achterkant van alle boekjes staat de tekst met een boekske in een hoekske,(In omnibus requiem quaesivi et nusquam inveni nisi in angulo cum libro) naar een uitspraak van Thomas à Kempis.

OVER MARTIEN BEVERSLUIS:
Martien Beversluis was een dichter, prozaïst, jeugdboekenschrijver, toneelschrijver, vertaler, bloemlezer, propagandist (voor uiteenlopende religies en politieke idealen, van pacifisme tot nationaal-socialisme). Burgemeester van Veere.
Beversluis sloot zich aan bij de splintergroepering de Onafhankelijk Socialistische Partij (OSP). Hij werd compagnon van joods-Duitse uitgever Heinz Kohn (1907-1979) en runde met hem uitgeverij Boekenvrienden “Solidariteit” te Hilversum. Daar bracht hij onder andere vertalingen uit de Duitse Exil- (van o.a. Bertolt Brecht, Erich Kästner, Ernst Toller en Kurt Tucholsky) en uit de Afro-Amerikaanse literatuur (de Negerliederen, 1934) uit.

Na een inval in de uitgeverij ging Kohn onder de naam van Beversluis’ vrouw, Schuitemaker, door.
Eind jaren dertig werd hij bevat door een nieuw geloof, het katholicisme. Zijn nieuwe geloof ging gepaard met nieuwe politieke inzichten. Beversluis werd zeer oranjegezind, was voor een dictatuur van de familie Oranje. In 1938 treedt Beversluis toe tot de redactie van De Nieuwe Gids, het literaire tijdschrift van miljonair/fascist/dichter Alfred Haighton (1896-1943).
In 1939 wordt hij lid van Arnold Meijers Zwart Front. Op 20 april 1940 was Beversluis, weer samen met Zwertbroek, aanwezig bij de oprichting van Nationaal Front, de opvolger van Zwart Front.

In 1941 sluit hij zich aan bij de NSB. In 1942 publiceert Beversluis in het antisemitische sensatieblad De Misthoorn felle aanvallen op de ‘decadente’ poëzie en poëten, waarbij hij Paul van Ostaijen, J. Slauerhoff, H. Marsman, Gerrit Achterberg, Herman van den Bergh, Gerard den Brabander, Simon Vestdijk en vooral Victor E. van Vriesland onder vuur neemt. De Misthoorn was een antisemitisch blad, primair bedoeld voor lezers uit de nationaal-socialistische hoek. Het blad had een hoge oplage en werd wijd verspreid, dankzij ruimhartige Duitse subsidiëring.

Na de bevrijding werd Beversluis in Friesland opgepakt. Hij werd geïnterneerd in kamp Vught, waar hij belast werd met de afdeling Ontwikkeling en Ontspanning. In april 1947 werd hij op medische en psychiatrische gronden ontslagen van rechtsvervolging. Vanaf 1949 woonde hij weer in Vrouwenpolder.
De Eereraad voor de Letteren legde hem een publicatieverbod van tien jaar op, dat in hoger beroep in 1948 werd teruggebracht tot drie jaar. Op journalistiek gebied mocht hij twintig jaar niets publiceren.
De katholieke uitgeverij ‘Urbi et Orbi’ nam hem in dienst. De Katholieke Radio Omroep zond hoorspelen uit die hij onder het pseudoniem Silvius Berckhout schreef.
Hij bleef als dichter tot zijn dood in 1966 actief en schreef voornamelijk religieus getinte verzen.

10,00

In stock

General

Full TitleVive le geus!
Sub-titleEen bloemlezing geuzenliederen, samengesteld en ingeleid door Martien Beversluis
SeriesLibellen-serie
LanguageDutch
Original LanguageDutch

Creators

EditorsBeversluis, Martien

Imprint

PublisherBosch & Keuning
Publishing PlaceBaarn

Description

H x L x W17 x 0 x 19 cm
Pages32
Volumes1 volume
Cover FormatSoftcover
BindingSewn Softcover
ConditionFine

Editorial

EditionFirst Edition
CommentsLibellen-serie Nr. 300

Info

SummaryOVER DE LIBELLEN-SERIE: Van 1934 tot begin 1940 gaf de uitgeverij Bosch & Keuning een serie boekjes uit in de Libellen-serie. De prijs van de boekjes was 45 cent voor één nummer, voor 4 nummers daalde de prijs naar 40 cent per stuk en bij de koop van 8 of meer nummers werd de prijs verlaagd tot 35 cent per stuk. Voor dubbele nummers golden dubbele prijzen. In juni 1934 verschenen zo'n 16 nummers en waren 21 nummers in voorbereiding. In snel tempo verschenen nieuwe nummers. Een groot succes wordt nummer 26 over de spelling-Marchant, in één maand tijds werden er meer dan tienduizend van verkocht en het boekje is daarna 19 keer herdrukt. De omslagen van de boekjes zijn vaak zeer fraai uitgevoerd. Het omslag veranderde soms per druk. Minstens 120 van de 386 uitgegeven Libellen werden illustratief verzorgd door de illustrator Karel Hoekendijk die ook het libellen-motto op het omslag tekende, uitgezonderd bij de eerste drukken van 26 nummers, met het motto van de hand van Johan Briedé, getekend MB, op het omslag. Ook de illustrator Piet Marée verzorgde een zestal Libellen. Op de achterkant van alle boekjes staat de tekst met een boekske in een hoekske,(In omnibus requiem quaesivi et nusquam inveni nisi in angulo cum libro) naar een uitspraak van Thomas à Kempis. OVER MARTIEN BEVERSLUIS: Martien Beversluis was een dichter, prozaïst, jeugdboekenschrijver, toneelschrijver, vertaler, bloemlezer, propagandist (voor uiteenlopende religies en politieke idealen, van pacifisme tot nationaal-socialisme). Burgemeester van Veere. Beversluis sloot zich aan bij de splintergroepering de Onafhankelijk Socialistische Partij (OSP). Hij werd compagnon van joods-Duitse uitgever Heinz Kohn (1907-1979) en runde met hem uitgeverij Boekenvrienden "Solidariteit" te Hilversum. Daar bracht hij onder andere vertalingen uit de Duitse Exil- (van o.a. Bertolt Brecht, Erich Kästner, Ernst Toller en Kurt Tucholsky) en uit de Afro-Amerikaanse literatuur (de Negerliederen, 1934) uit. Na een inval in de uitgeverij ging Kohn onder de naam van Beversluis' vrouw, Schuitemaker, door. Eind jaren dertig werd hij bevat door een nieuw geloof, het katholicisme. Zijn nieuwe geloof ging gepaard met nieuwe politieke inzichten. Beversluis werd zeer oranjegezind, was voor een dictatuur van de familie Oranje. In 1938 treedt Beversluis toe tot de redactie van De Nieuwe Gids, het literaire tijdschrift van miljonair/fascist/dichter Alfred Haighton (1896-1943). In 1939 wordt hij lid van Arnold Meijers Zwart Front. Op 20 april 1940 was Beversluis, weer samen met Zwertbroek, aanwezig bij de oprichting van Nationaal Front, de opvolger van Zwart Front. In 1941 sluit hij zich aan bij de NSB. In 1942 publiceert Beversluis in het antisemitische sensatieblad De Misthoorn felle aanvallen op de 'decadente' poëzie en poëten, waarbij hij Paul van Ostaijen, J. Slauerhoff, H. Marsman, Gerrit Achterberg, Herman van den Bergh, Gerard den Brabander, Simon Vestdijk en vooral Victor E. van Vriesland onder vuur neemt. De Misthoorn was een antisemitisch blad, primair bedoeld voor lezers uit de nationaal-socialistische hoek. Het blad had een hoge oplage en werd wijd verspreid, dankzij ruimhartige Duitse subsidiëring. Na de bevrijding werd Beversluis in Friesland opgepakt. Hij werd geïnterneerd in kamp Vught, waar hij belast werd met de afdeling Ontwikkeling en Ontspanning. In april 1947 werd hij op medische en psychiatrische gronden ontslagen van rechtsvervolging. Vanaf 1949 woonde hij weer in Vrouwenpolder. De Eereraad voor de Letteren legde hem een publicatieverbod van tien jaar op, dat in hoger beroep in 1948 werd teruggebracht tot drie jaar. Op journalistiek gebied mocht hij twintig jaar niets publiceren. De katholieke uitgeverij 'Urbi et Orbi' nam hem in dienst. De Katholieke Radio Omroep zond hoorspelen uit die hij onder het pseudoniem Silvius Berckhout schreef. Hij bleef als dichter tot zijn dood in 1966 actief en schreef voornamelijk religieus getinte verzen

Identifiers

SKUSKU-1125