General
Full Title | Richard Minne |
---|---|
Sub-title | De dichter |
Series | Monografieën over Vlaamse letterkunde |
Language | Dutch |
Original Language | Dutch |
De Haes, Jos. Richard Minne. De dichter. Brussel: Manteau, 1956. 39 pages. Volumes: 1 volume. Series: Monografieën over Vlaamse letterkunde. First Edition. 14 cm. x 23 cm.
Condition: Fine. Softcover. Sewn Softcover.
SUMMARY:
Minne werd bij leven gewaardeerd door een bescheiden schare lezers in Noord en Zuid en door generatiegenoten als Elsschot. Later ook door Boon, al had die in 1946 bezwaar tegen het toekennen van de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Proza aan Wolfijzers wegens te weinig ‘proza’. Boon noemde hem een ‘gekwelde scepticus’. Maar het is vooral de onnavolgbare mix van ironie, melancholie en esprit die blijven bekoren. Jeroen Brouwers typeerde Minne ooit als de ‘boerse broer van Elsschot’ en de ‘Vlaamse neef van Nescio’, maar dan grimmiger, ongepolijster, Vlaamser en vooral Gents. Deze schrijver staat met liefde op en gaat met haat slapen.
Begonnen als rebel en activist, werd Minne een dichter-boer. Toen ook dat hem ontgoochelde, eindigde hij als journalist. Terwijl hij zijn hele leven had gehunkerd naar ‘een sinecuur tusschen Leie en Schelde’.
Deze bedrogen idealist behoorde uiteindelijk tot geen enkele club of coterie. Hij schreef buiten de literaire modes, geloofde in de literatuur van de groten (Gogol, Tsjechov) maar niet in die van zichzelf, droomde van een Vlaamse ‘Stendhal-club’ (die er nooit kwam) en bewonderde Paul Léautaud en Cyriel Buysse.
Hij bleef koppig volks, dwars en bars, vaak schamperend. Vlaanderen vond hij te klein en te bekrompen. Het laatste verhaal in Wolfijzers (‘De lijkrede’) ventileert zijn sombere opvattingen over de staat van de Vlaamse poëzie en cultuur. Sippe Danneels, een schilder, volgt de lijkstoet van zijn vriend, de dichter. De lijkbidders en enkele schaarse familieleden druipen af bij het open graf. Niemand houdt een toespraak. Tenzij: ‘ – Guust…Guust jongen… stottert Sippe Danneels… Guust ’t is…’t is…ha, nondedju!… Het giet water.’.
€6,50
In stock
Full Title | Richard Minne |
---|---|
Sub-title | De dichter |
Series | Monografieën over Vlaamse letterkunde |
Language | Dutch |
Original Language | Dutch |
Authors | De Haes, Jos |
---|
Publisher | Manteau |
---|---|
Publishing Place | Brussel |
Release Year | 1956 |
H x L x W | 14 x 0 x 23 cm |
---|---|
Pages | 39 |
Volumes | 1 volume |
Cover Format | Softcover |
Binding | Sewn Softcover |
Condition | Fine |
Edition | First Edition |
---|
Summary | Minne werd bij leven gewaardeerd door een bescheiden schare lezers in Noord en Zuid en door generatiegenoten als Elsschot. Later ook door Boon, al had die in 1946 bezwaar tegen het toekennen van de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Proza aan Wolfijzers wegens te weinig ‘proza’. Boon noemde hem een ‘gekwelde scepticus’. Maar het is vooral de onnavolgbare mix van ironie, melancholie en esprit die blijven bekoren. Jeroen Brouwers typeerde Minne ooit als de ‘boerse broer van Elsschot’ en de ‘Vlaamse neef van Nescio’, maar dan grimmiger, ongepolijster, Vlaamser en vooral Gents. Deze schrijver staat met liefde op en gaat met haat slapen. Begonnen als rebel en activist, werd Minne een dichter-boer. Toen ook dat hem ontgoochelde, eindigde hij als journalist. Terwijl hij zijn hele leven had gehunkerd naar ‘een sinecuur tusschen Leie en Schelde’. Deze bedrogen idealist behoorde uiteindelijk tot geen enkele club of coterie. Hij schreef buiten de literaire modes, geloofde in de literatuur van de groten (Gogol, Tsjechov) maar niet in die van zichzelf, droomde van een Vlaamse ‘Stendhal-club’ (die er nooit kwam) en bewonderde Paul Léautaud en Cyriel Buysse. Hij bleef koppig volks, dwars en bars, vaak schamperend. Vlaanderen vond hij te klein en te bekrompen. Het laatste verhaal in Wolfijzers (‘De lijkrede’) ventileert zijn sombere opvattingen over de staat van de Vlaamse poëzie en cultuur. Sippe Danneels, een schilder, volgt de lijkstoet van zijn vriend, de dichter. De lijkbidders en enkele schaarse familieleden druipen af bij het open graf. Niemand houdt een toespraak. Tenzij: ‘ – Guust…Guust jongen… stottert Sippe Danneels… Guust ’t is…’t is…ha, nondedju!... Het giet water.’ |
---|
SKU | SKU-1190 |
---|